Den Haag - De rechtbank Den Haag heeft een 31-jarige man veroordeeld voor het belagen van zijn ex-vriendin. Ook heeft hij haar gedurende lange tijd bedreigd en eenmalig mishandeld. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een celstraf van 18 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Ook mag de verdachte drie jaar lang op geen enkele wijze contact hebben met het slachtoffer en niet in de buurt van haar woning komen. Belaging en mishandeling De belaging nam vergaande proporties aan, oordeelt de rechtbank. Van vaak bellen en mailen, tot het plaatsen van airtags en het schieten met een vuurwapen in de straat waar het slachtoffer op dat moment was. De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij zelfs vanuit detentie, terwijl hij toen geen contact mocht opnemen met het slachtoffer, haar in een periode van drie maanden 289 keer heeft gebeld. Het slachtoffer heeft de verdachte ook gebeld, maar dit betreft 100 belpogingen, wat niet in verhouding staat tot het aantal keer bellen en mailen door de verdachte. Bovendien is de toonzetting van de berichten van de verdachte zeer bedreigend en intimiderend, terwijl in een groot aantal berichten van het slachtoffer blijkt dat zij wil dat de verdachte stopt met het sturen van berichten. Daarnaast heeft de verdachte het slachtoffer op 25 december 2021 opgewacht en haar met haar hoofd tegen een auto geslagen en haar een kopstoot gegeven. Het slachtoffer heeft de verdachte twee maal opgezocht in detentie en wilde haar aangifte intrekken. De rechtbank is van oordeel dat zij dit deed onder druk van de verdachte. Het slachtoffer heeft bij haar aangifte verklaard bang te zijn voor verdachte. Dit wordt bevestigd door meerdere getuigen. Gelet op dit alles concludeert de rechtbank dat het slachtoffer onder druk staat van de verdachte en dat er van vrijwillig contact geen sprake is. Strafoplegging Deze combinatie van strafbare gedragingen van de verdachte vindt de rechtbank zorgelijk. Ook blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld wegens strafbare feiten en nog in een proeftijd liep. De rechtbank vindt in dit geval een hogere straf passend dan de 14 maanden gevangenisstraf die door de officier van justitie is geëist. Verder rekent de rechtbank het de verdachte aan dat hij zich geen rekenschap geeft voor zijn jarenlange gedrag. Daar komt bij dat hij zich vooral presenteert als slachtoffer op het moment dat hij ter verantwoording wordt geroepen en de schuld voornamelijk bij het slachtoffer legt. De rechtbank vindt dat mede daarom een stevige stok achter de deur nodig is. De rechtbank vindt een celstraf van 18 maanden passend en geboden. Aan het voorwaardelijke deel van 8 maanden verbindt de rechtbank verschillende voorwaarden, zoals het volgen van een training in agressiebeheersing en het verplicht inspannen voor het vinden van werk of opleiding. Ook mag de verdachte zich gedurende drie jaar niet bevinden in een straal van 250 van de woning van het slachtoffer en mag hij geen contact met haar opnemen.

Lees het volledige artikel bij Rechtbank Den Haag.